Jagers-verzamelaars
Een jager-verzamelaar is een mens die zich in leven houdt door middel van de jacht en-of het verzamelen van eetbare dingen zoals bessen en dieren.
Maatschappijtypen
In de prehistorie zijn twee maatschappijtypen van elkaar te onderscheiden:
1. Jagers-verzamelaars samenlevingen
2. Agrarische samenlevingen
De eerste mensen
Paleoantropologen (mensen die onderzoek doen naar het ontstaan van de mens en de ontwikkeling hiervan) nemen aan dat de eerste mensen ongeveer drie miljoen jaar geleden zijn ontstaan in Afrika en zich vanuit hier hebben verspreidt over de hele wereld.
Er bestonden in de prehistorie verschillende mensensoorten. Iedere mensensoort had eigen kwaliteiten en was goed aangepast aan de omgeving waarin men het meeste voorkwam. Onze huidige mensensoort noemen we ook wel Homo sapiens.
De levenswijze van de eerste mensen
De eerste mensen leefden als jagers en verzamelaars. Dit hield in dat mensen leefden van de jacht en het verzamelen van andere voeding in de natuur. Bovendien maakten de eerste mensen hun gebruiksvoorwerpen zelf. De prehistorie is ingedeeld in perioden waarin bepaalde materialen het meeste voorkwamen:
- Steentijd (tot 2100 v.Chr.): ten tijde van de Steentijd werden vooral stenen voorwerpen gebruikt. De Steentijd valt weer verder in te delen in:
- Paleolithicum/ oude Steentijd: periode waarin mensen als nomaden leefden.
- Mesolithicum/ midden Steentijd: dit is de overgangsperiode van het nomadische- naar het sedentaire bestaan.
- Neolithicum/ nieuwe Steentijd: periode waarin mensen een sedentair bestaan gingen leiden.
- Bronstijd (2100 - 700 v.Chr.): in deze periode werden veel bronzen voorwerpen gebruikt.
- IJzertijd (700 - 12 v.Chr.): ijzer werd in deze periode veelal gebruikt in gebruiksvoorwerpen.
Nomadisch bestaan
Jagers en verzamelaars leidden een nomadisch bestaan, dit wil zeggen: een rondzwervend bestaan. Men had geen vaste woonplekken en moest verder trekken wanneer het voedsel in het gebied waar men verbleef opraakte.
Door het nomadische bestaan van jagers en verzamelaars stammen hadden ze weinig bezittingen. Om rond te kunnen trekken bezat men het hoognodige. Denk hierbij aan: tenten (gemaakt van huiden), stenen pijlen, zaden en wapens.