Uitleg werkvorm

Wat?

Iedere leerling krijgt een kaartje met daarop een historisch figuur en een gemeenschappelijk woord toegewezen. Het is aan de leerlingen om het juiste drietal te vormen.

 

Voorbereiding

Je hebt het volgende nodig:

  • Kaartjes (zie downloads)
  • Timer

 

Voor wie?

HAVO bovenbouw

 

Hoelang?

Ongeveer 20 minuten, inclusief nabespreken.

 

Hoe werkt het?

In deze opdracht krijgt iedere leerling een kaartje. Het is de bedoeling dat leerlingen deze onderling niet aan elkaar laten zien.

 

Het is de taak van de leerlingen om het drietal bij elkaar te zoeken. Laat de leerlingen door de klas lopen en tel iedere keer van 5 naar 0. Ze moeten vervolgens tegen de persoon voor hen het gemeenschappelijke woord op het kaartje roepen. Als ze hetzelfde woord roepen, weten ze dat ze bij elkaar horen. Zodra het drietal compleet is kunnen ze in een groepje gaan zitten. Dit doe je tot dat ieder drietal compleet is.

 

Vervolgens gaan de leerlingen een kort onderzoekje doen over de drie kaartjes die hen samen heeft gebracht. Hierbij kunnen de volgende vragen worden gesteld:

  • Wat heeft het gemeenschappelijke woord met deze drie personen te maken?
  • Hebben deze personen elkaar gekend?
  • Waarom zijn dit bekende historische personen?

 

De docent speelt een coachende rol en gaat langst ieder groepje om de bevindingen te bespreken.

 

Wat levert het op?

  • Leerlingen gaan in een andere combinatie zitten dan dat ze zelf in eerste instantie zouden kiezen.
  • Leerlingen leggen het verband tussen drie verschillende historische figuren en het gemeenschappelijke woord.