Uitleg werkvorm
Wat?
Leerlingen schetsen zelf een fictief historisch personage.
Voorbereiding
1. Er moet voor iedere leerling een werkblad 'profiel historisch persoon' geprint worden, zie downloads.
2. Er moet voorkennis zijn over het betreffende tijdvak waarover de leerlingen het personage gaan maken.
Voor wie?
Deze werkvorm is inzetbaar zowel in de onderbouw, als in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs.
Hoe werkt het?
Leerlingen vullen het werkblad 'profiel historisch persoon' in. Hierbij creëren ze zelf een fictief historisch personage. De docent geeft aan uit welk tijdvak dit personage moet komen.
- Leerlingen bedenken een naam/ gender/ leeftijd.
- Leerlingen geven aan op de kaart waar dit personage vandaan komt.
- Op de tijdbalk wordt aangegeven uit welke periode het personage komt.
- Leerlingen geven antwoord op de economische-, sociale-, culturele- en politieke vragen
- Leerlingen lezen de casus en beantwoorden de bijhorende vragen en leven zich in in het historische personage dat ze gecreëerd hebben.
Historisch redeneren
Deze opdracht is gebaseerd op contextualisatie. Op basis van de diverse dimensies (tijd, ruimte, economie, sociaal, cultueel, politiek) waarop er gecontextualiseerd kan worden is deze opdracht ontwikkeld.
Bovendien geeft Wineburg aan dat contextualiseren het beste geleerd kan worden als leerlingen zelf een context kunnen creëren.
Wat levert het op?
Leerlingen creëren zelf een historische context, door zelf een personage te verzinnen. Met dit personage proberen ze zich te verdiepen in de gegeven context.
Gebruikte literatuur:
-
Huijgen, T. (2018). Balancing between the present and the past: Promoting students’ ability to perform historical contextualization. [Thesis fully internal (DIV), University of Groningen]. University of Groningen.
-
Huijgen, T. (editor) (2023). Het Vreemde Verleden: Leerlingen leren contextualiseren . LEMM (het Landelijk Expertisecentrum Mens- en Maatschappijvakken).
-
Huijgen, T., Van Boxtel, C., Van De Grift, W., & Holthuis, P. (2016). Toward historical perspective taking: students’ reasoning when contextualizing the actions of people in the past. Theory and Research in Social Education, 45(1), 110–144. https://doi.org/10.1080/00933104.2016.1208597
-
Seixas, P., & Morton, T. (2012). The big six historical thinking concepts.
-
Van Drie, J., & Van Boxtel, C. (2007). Historical reasoning: towards a framework for analyzing students’ reasoning about the past. Educational Psychology Review, 20(2), 87–110. https://doi.org/10.1007/s10648-007-9056-1
-
Van Boxtel, C., & Van Straaten, D. (2016). Didactief | Hoe geef je betekenis aan geschiedenis? https://didactiefonline.nl/artikel/hoe-geef-je-betekenis-aan-geschiedenis
-
Van Drie, J., & Van Boxtel, C. (2007). Historical reasoning: towards a framework for analyzing students’ reasoning about the past. Educational Psychology Review, 20(2), 87–110. https://doi.org/10.1007/s10648-007-9056-1
-
Wineburg, S. S. (1998). Reading Abraham Lincoln: An expert/expert study in the interpretation of historical texts. Cognitive Science, 22, 319–346.